Lokaal opwekken en produceren

In 2024 bestaat Hermeta uit Asperen precies honderd jaar. Het bedrijf is vooral actief in de gevel – en interieurbouw. Zo produceren ze jashaken, trapleuningen, garderobes, lockers, prefab kozijnen en sanitaire wanden. Hermeta maakt daarbij veel gebruik van aluminium. Het honderdjarig bestaan valt samen met een flinke transitie. Het bedrijf wil energie neutraal worden, door zelf duurzame energie op te wekken en te gebruiken. Daarnaast kiezen ze voor circulair en zoveel mogelijk lokaal produceren. Op 11 september organiseren we met hen een bedrijfsbijeenkomst dat in het teken staat van ‘lokaal produceren en opwekken’. In de rubriek ‘Vier vragen aan’ leggen we deze voor aan Floris Bel van Hermeta, lid van het managementteam en verantwoordelijk voor kwaliteit, arbo en milieu.

In jullie bedrijf zie je zowel handwerk als robots, hoe ver zijn jullie met digitalisering en wat zijn de plannen voor de nabije toekomst?
“De meeste digitalisering hebben we sinds kort toegepast in het energieverbruik. Er draait inmiddels een EMS (Energie Management Systeem), waardoor we ons energieverbruik continu kunnen monitoren en kunnen handelen op de onbalans markt. Verder kunnen we hierdoor sturen op het energieverbruik. We zijn daardoor niet meer afhankelijk van het verbruik van machines en de piekmomenten van de markt. Het EMS zorgt ervoor dat energie niet alleen geld kost, maar ook oplevert. De volgende uitdaging die nu op ons afkomt is het uitlijnen van het productieproces. Het gaat hier om efficiency, maar eveneens om digitalisering, want als we uiteindelijk papierloos willen werken is dat zeker nodig. Hetzelfde geldt voor onze ambitie om te gaan werken met autonome machines, waardoor onze operators meer tijd krijgen voor preventief onderhoud.”

De transitie naar het zelf opwekken en gebruiken van duurzame energie verraadt een duidelijke ambitie om veel circulairder te gaan werken, klopt dat?
“Klopt, onze visie voor de toekomst is: lokaal opwekken en produceren, op die manier dragen we bij aan een duurzamere samenleving. Onze energie wekken we dankzij 1.000 zonnepanelen duurzaam op. En hebben we energie over, dat slaan we die op in een eigen batterijcontainer. Het EMS zorgt ervoor dat de energie die we nodig hebben of direct afkomstig is van de zonnepanelen, dan wel uit de batterijcontainer komt. Hierin hebben we ruim een miljoen euro geïnvesteerd en dit moet ertoe leiden dat we uiteindelijk gasloos werken en alleen gebruikmaken van groene stroom. In de productie is aluminium een belangrijke grondstof. Het kost veel energie om het te maken, maar heb je het eenmaal dan kun je het eindeloos recyclen. Tachtig procent van ons aluminium is dan ook gerecycled. Verder denken we na over het terugnemen van producten, om ze vervolgens een tweede leven te geven. Dat is redelijk goed mogelijk bij de spoorwegen waar we voor werken, of de politie. Maar veel moeilijker bij de inkoopcombinaties die de bouwmarkten beleveren. En laten we eerlijk zijn, wie vervangt er nu een ophanghaakje, of een trapleuning, die gaan vele tientallen jaren mee. Wat we al wel doen is producten leveren zonder coating, daardoor zijn ze gemakkelijker opnieuw te gebruiken. “

Dit klinkt als een grote verandering, hoe neem je de medewerkers daarin mee?
“Ja het is zeker een grote verandering. Enerzijds wilden we die omdat we door het vastlopen van supply chains tijdens corona, de oorlog in de Oekraïne en het uitwonen van de aarde ons realiseren dat het anders moet. Anderzijds was er ook sprake van financiële urgentie bij Hermeta. Er was noodzaak om te veranderen. Wat we vanaf het begin hebben gedaan, zowel bij de OR als de medewerkers, is alles open op tafel leggen. We hebben laten zien welke keuzes we moesten maken en dat dit niet altijd gemakkelijk is. Verder kan elke medewerker altijd binnenlopen met vragen. Ook hebben we samen met onze nieuwe directeur Casper Veltkamp mijlpalen gevierd. Veel van onze medewerkers werken hier al lang en velen zijn ook meegegaan in de omslag. We hebben nu een stabiele basis.” 

De vierde vraag is afkomstig van de vorige ondernemer die wij interviewden, Mark Geerts van Paperfoam: Op welke manier ben je in jullie productieketen in staat om toeleveranciers en/of afnemers te bewegen om hun emissies te reduceren, en dus jullie eigen Scope 3 emissies om laag te brengen?
“Bij toeleveranciers lukt dit vrij goed, ze komen altijd uit Europa en je kunt ze hierop selecteren. Bij afnemers is dat lastiger. Wat we wel doen is bij verpakkingen de eis stellen dat ze gemaakt zijn van FSC-karton.”

Vraag voor de volgende ondernemer:
Wat zijn de belangrijkste uitdagingen die je tegenkomt bij de overgang naar een energie-neutrale en circulaire bedrijfsvoering, en hoe ga je deze overwinnen?